Training voor het springen

Met behulp van cavalettiwerk ontwikkelt een paard een juiste springhouding. Tevens leer het paard in evenwicht te gaan met de ruiter op zijn rug, oplettend te zijn en de afstanden nauwkeurig te schatten. Hoe je een sprong aanzet en voorbereidt bepaalt hoe je de sprong maakt. Een juiste afzet, niet te vroeg en niet te laat, geeft het paard zekerheid en daardoor een betere kans op een nette sprong. Een goede balans is zeer belangrijk boven de sprong, basculeren is het ontspannen van de rug, het rond trekken van de achterhand en het extra optrekken van de benen om na te slaan. Als je het paard stoort boven de sprong, kan het paard niet ontspannen en dus niet goed basculeren. Wel basculeert het ene paard beter dan het andere, dit is aangeboren en ook niet te verbeteren.